Vandaag, 24 juni 2013, bezocht Staatssecretaris van Rijn diverse zorg-instellingen, mantelzorgers en thuishulpen. Hij is bezig met bezuinigingen in de zorg en wilde het geluid van thuiszorgers, mantelzorgers en werknemers in de zorg horen.
Over enkele dagen, 27 juni, wordt het wetsontwerp 'Jeugdwet' in behandeling genomen in de Tweede kamer. 
Het verband tussen deze 2 zaken: de Staatssecretaris gaat in het eerste geval op zijn minst praten met de belanghebbenden, bij het tweede worden ouders straks zelfs BIJ WET UITGESLOTEN!
Voor de eerlijkheid wil ik vermelden dat enige ouders toch enige protestgeluiden hebben laten horen en in deze ook dhr. van Rijn benaderd hebben.
Het voornaamste kritiekpunt
Bij de 'Wet op de jeugdhulpverlening', die gold tot 2005 de 'Wet op de Jeugdzorg' kwam, was de voornaamste klacht van ouders: er is geen verplichting tot waarheidsvinding, er is geen kwaliteitseis aan de opleiding van jeugdzorg-werkers en geen deskundigheid c.q. consequent beleid ten aanzien van in te zetten zorgtrajecten. 
Geen waarheidsvinding
Met de 'Wet op de Jeugdzorg 2005' zijn er bij de totstandkoming daarvan ook protestgeluiden van ouderverenigingen (o.a. SCJF te Utrecht) geweest.
De kritiek: geen opleidingcriteria Jz-werkers, geen waarheidsvinding, geen definities als 'belang van het kind' en misschien wel het meest vreemde in deze wet: 'de gedragsdeskundigen worden ingezet om de conclusies te onderbouwen'..
Op mijn vraag: 'wie trekt dan de conclusies en waarop zijn die gebaseerd?' heb ik tot de dag van vandaag geen antwoord gehad. In de praktijk bleek dat de 'conclusies' vaak uit een grote duim kwamen en gewoonweg nergens op gebaseerd zijn.
Ik verwijs maar voor het gemak naar mijn reeks 'De praktijk van jeugdzorg': NIEMAND kan uitleggen waarom kinderen zoveel beter af zijn met ouders voor 1 uur/maand dan wel in pleeggezinnen en instellingen als er gewoonweg liefdevolle ouders zijn!
Geen waarheidsvinding
Met de 'Wet op de Jeugdzorg 2005' zijn er bij de totstandkoming daarvan ook protestgeluiden van ouderverenigingen (o.a. SCJF te Utrecht) geweest.
De kritiek: geen opleidingcriteria Jz-werkers, geen waarheidsvinding, geen definities als 'belang van het kind' en misschien wel het meest vreemde in deze wet: 'de gedragsdeskundigen worden ingezet om de conclusies te onderbouwen'..
Op mijn vraag: 'wie trekt dan de conclusies en waarop zijn die gebaseerd?' heb ik tot de dag van vandaag geen antwoord gehad. In de praktijk bleek dat de 'conclusies' vaak uit een grote duim kwamen en gewoonweg nergens op gebaseerd zijn.
Ik verwijs maar voor het gemak naar mijn reeks 'De praktijk van jeugdzorg': NIEMAND kan uitleggen waarom kinderen zoveel beter af zijn met ouders voor 1 uur/maand dan wel in pleeggezinnen en instellingen als er gewoonweg liefdevolle ouders zijn!
De kritieken op de 'jeugdwet' zijn voor een groot deel te vinden in de 'Internetconsultatie' Hier kan u het wetsontwerp  vinden en de memorie van Toelichting.  Via een link de resultaten van de internetconsultatie . De reactie van mijzelf is no 40 en hier en hier onder te vinden.
-----------------------------------------  REACTIE  -----------------------------------
Schrijver dezes. Nico Mul, is reeds ca. 18 jaar betrokken met 'kinderbescherming' en 'jeugdzorg'.
 In die tijd heb ik vele ouders ondersteund bij procedures en  meegewerkt aan o.a. 'Werkgroep omgangs ONrecht', SCJF te Utrecht (werkgroep jeugdrecht en bestuurslid), deelnemer aan 'Cliëntentafel Jeugdzorg' en ondertussen zelfstandig ouder-ondersteuner.
Algemeen
Eerst algemeen een paar opmerkingen met betrekking tot deze wet in vergelijking tot de 'Wet op de Jeugdhulpverlening' en de 'Wet op de Jeugdzorg' 2005.
Ouders klagen al vele jaren over het gebrek aan waarheidsvinding, deskundigheid en goed onderzoek. Ook deze wet vertoont de zelfde manco's als zijn voorgangers:
De rol van ouders is minimaal
- Er staat géén enkel opleidingcriterium in voor de jeugdzorgwerkersen kennelijk is de huisartsjuist 'niet deskundig'.
Het zou de wetgevers gesierd hebben als zij een blik geworpen hadden op de 'Wet op het artsexamen' . Daarin had men kunnen vaststellen dat artsen juist wel op academisch niveau nog wel, kennis dragen van zaken als 'normale ontwikkeling van het kind' en 'gedragsafwijkingen' en sterker nog: de arts wordt ook geacht kennis te hebben over wanneer een kind naar een hoger deskundige op het gebied van gedragsafwijkingen te verwijzen als een kinderpsycholoog of kinderpsychiater!
Positief is hier echter de rol van de huisarts in art. 2.2 lid 3 onder c, het wordt echter afgezwakt door de vage formulering van lid 4: Waarom speelt de huisarts niet de hoofdrol en worden deze genoemde zaken, waar de arts bij wet voldoende kennis van draagt, aan vage personen over gelaten 'die deskundigheid beschikbaar heeft op het gebied van….'?
Wederom is er in vage bewoordingen de mogelijkheid open gelaten om kinderen bloot te stellen aan gewoonweg 'medewerkers jeugdzorg' zonder duidelijk bij wet vastgesteld opleidingsniveau.
- Op zich geeft de wet wel mogelijkheden om hulp in te stellen voor bijvoorbeeld vrijwilligers, maar de wet geeft dit niet verplichtend aan. Hierbij mijn voorstel: 
De gemeente stelt vrijwilligersorganisaties in als 'ouders helpen ouders' met als doel ouders die opvoedingsproblemen met hun kinderen hebben op de eerste plaats op gelijkwaardige basis elkaar bij te staan' (Vergelijk bijvoorbeeld met Humanitas en 'Home Start' voor ouders met kinderen tot 6 jaar!)
Ten aanzien van de wetsartikelen de volgende opmerkingen: 
Art. 1.1
Waar staat de definitie van 'het belang van het kind'? 
Ik geef u de mijne: 
'Een kind in het genot stellen van de onvoorwaardelijke LIEFDE, AANDACHT en (ver)ZORG(ing) van BEIDE OUDERS en hun familie'. 
Toelichting: deze definitie doet recht aan een kind en het recht op 'family-life, ook wordt ouder-vervreemding, psychische verwaarlozing en mishandeling als tégen HBvhK beschouwd.
Art. 2.2
Hulde voor lid 1 onder a, zorgen maak ik me over 1 onder c met betrekking tot 'derde' en het advies geven. Het laat de vrees opkomen dat de zelfde beleid voortgezet wordt als AMK-BJZ nu doen met 'anonieme tips' en het vervolgens zonder gedegen onderzoek kinderen uit huis te plaatsen. Hier dient overwogen te worden een verplichting tot gedegen onderzoek door echte BIG-geregistreerde deskundige  op te nemen.
Art. 2.3
Bij lid 2 onder b: welke kwaliteitseis wordt gesteld aan 'onderzoek' of gaat bij de nieuwe wet het fundamenteel gebrek aan 'waarheidsvinding' en het doen van 'onderzoek', zoals het AMK dit nu doet, waarbij dit bestaat uit een compilatie van 'horen zeggen' geen onderzoek te nomen is, gewoon verder? Hier dient een kwaliteitseis opgenomen te worden!
Waarom wordt in dit artikel niet vereist dat de naam van de melder ook bekend gemaakt wordt aan degene over die het gaat dan wel een punt opgenomen waarin valselijke meldingen strafbaar gesteld wordenof beter: 'Bij een duidelijk valse melding wordt het OM in kennis gesteld.' of iets in die zin?
Het actie ondernemen van politie en dergelijke op grond van een melding kan ernstige implicaties hebben zowel op een gezin als met name ernstig kind-beschadigend werken. Zie de huidige praktijken zoals het bij een uit huisplaatsing toegaat.
Art. 2.5
Hier wordt aan de gemeenten over gelaten welke kwaliteitseisen er worden gesteld. Dit werkt willekeur in de hand. De Staat dient eisen te stellen. Juist gezien het feit dat hoogleraren jarenlang hebben geroepen om opheffing van BJZ, o.a. prof. J. v.  Acker en er een hoogleraar was die schreef: 'jeugdzorg, al 40 jaar het zelfde verhaal' juist over kwaliteitszaken en controle, het 'seksueel misbruik in de jeugdzorg structureel is' (Samson-rapport / visie Uni. Leiden) dient nu juist de overheid schoon schip te maken door zijn taak serieus te nemen:
Ik stel voor:
-  Bij UHP; alleen als écht alle thuishulp aantoonbaar geprobeerd is.
- Er minstens één gedegen onderzoek door een BIG-geregistreerde en onafhankelijk gedragswetenschapper is dat deze noodzaak aangeeft.
-  Het recht van contra-expertise duidelijk gegarandeerd is door de wet en instanties.
- Dat er een duidelijk plan van te voren is met daarin aangegeven wat er veranderd zou moeten worden in de thuissituatie.
- Een voor de ouders makkelijk toegankelijk toezichtorgaan, dat een macht kan uitoefenen op de jeugdhulp-instanties.
Art. 2.7 / 2.8
Met betrekking tot lid 1: ZEER GOED!
De strekking van deze artikelen: ouders en jeugdigen betrekken bij de 'jeugdhulp' kan ik alleen maar toejuichen.  Hoe zal het in de praktijk gaan?
 Waarom wordt op geen enkele wijze vastgesteld welke KWALITEIT er vereist gaat worden van 'raadsonderzoeken'? Gaan de raadsonderzoeken met medewerkers zonder enige opleidingseis gewoon door?  Ik attendeer hierbij op het artikel over de houding van de Raad in het blad 'Het kind eerst', 3e jaargang nr. 5, blz. 22: 'Discriminatie door Raad voor de Kinderbescherming', en daarin verwoord de visie van de Nationale Ombudsman.
Waarom wordt op geen enkele wijze vastgesteld welke KWALITEIT er vereist gaat worden van 'raadsonderzoeken'? Gaan de raadsonderzoeken met medewerkers zonder enige opleidingseis gewoon door?  Ik attendeer hierbij op het artikel over de houding van de Raad in het blad 'Het kind eerst', 3e jaargang nr. 5, blz. 22: 'Discriminatie door Raad voor de Kinderbescherming', en daarin verwoord de visie van de Nationale Ombudsman.Gaat het beleid van 50 jaar door, waarbij de raad nog steeds zegt dat ze 'aan het professionaliseren zijn', er ondertussen geen enkel onderzoek is dat écht door een gedragsdeskundige gedaan is en er ondermeer gedragsdeskundige diagnosen gesteld worden zonder enig onderzoek en als er 'onderzoek' gebeurt is dan is dat van 'onderzoek van horen zeggen'. Dit is gewoonweg, wetenschappelijk gezien, amateurisme en prutswerk.
Er is zelfs geen eis gesteld aan normaal (kinder)psychologisch onderzoek waarbij ouders bij het onderzoek van de jeugdige betrokken worden. Zowel de NVO (pedagogen) als NIP (psychologen)  eisen dat in hun gedragsregels voor pedagogen / psychologen. De Raad presteert het al jaren lang door te voldoen met de regel: 'een gedragsdeskundige heeft deel uitgemaakt van het team' en daarmee basta….
Ook is het kwalijk dat het wederom mogelijk wordt gemaakt dat de Raad gewoonweg feitelijke informatie buiten hun onderzoek mogen houden… er is wederom géén kwaliteitseis opgenomen in de wet! U kent de opvatting van de huidige directeur van de Raad, mw. van Kleef, die ronduit stelde op 15-2-2010 bij de com. Toekomstverkenning Jeugdzorg: '… het klopt de Raad doet NIET aan WAARHEIDSVINDING'.  Gaat dit beleid gewoon voortgezet worden?
Ook rept dit hoofdstuk niet over beëdiging van raadsonderzoekers en zittingvertegen-woordigers!
Art. 3.3
Treurig is dat wederom in lid 1 de mogelijkheid open gelaten wordt dat de 'gecertificeerde instelling' de jeugdhulp bepaalt en de ouders wederom volledig worden uitgesloten.
In lid 2 wordt het 'vast protocol' de leidraad: wederom een herhaling van de bureaucratie die we de laatste 40 jaar gezien hebben van 'jeugdzorg'?
Hoofdstuk 4
Het is een goede zaak dat er gewerkt wordt aan enige kwaliteitsbewaking.  Toch roept dit hoofdstuk enige vragen op:
- Waarom stelt de wetgever niet vooraf normen op met betrekking tot opleiding van jeugdzorgwerkers en wordt dit over gelaten aan de houder van een op te richten register?
- Waarom worden Jz-medewerkers niet persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor hun handelen?
- Waarom worden jeugdzorg-zittingvertegenwoordigers niet beëdigd?
- WIE benoemt die 'klachtencommissie'?? 
Wederom de jeugdzorg-instellingen dan wel hun bestuur zelf?
Wederom de jeugdzorg-instellingen dan wel hun bestuur zelf?
Art. 4.1.8 lid 5
Dit dient verwijderd te worden uit de wet: het ouderlijk gezag wordt hier bij wet buiten spel gezet. Ook bijvoorbeeld geloofskwesties waarom ouders geen behandeling van hun kind wensen wordt volledig genegeerd: ouders hebben dus niets meer te vertellen!
Hoofdstuk 5
Dit hoofdstuk valt op door juist wat er niet in staat. Ik noem:
- Waarom is er geen enkele opleidingseis gesteld aan pleegouders? Dit ontbreken lijkt mij vreemd gezien het feit dat als een ouder begint te werken als 'gastouderopvang' voor kinderen dat deze ouder minstens 3 diploma's moet halen op eigen kosten, pleegouders hoeven kennelijk geen opleiding!
- Er ontbreken regels ten aanzien van het meewerken van pleegouders aan contact met echte ouders en het begeleiden van kinderen voor terugkeer naar de echte ouders.
Straffeloos kunnen pleegouders weer verder gaan met het kinderen vervreemden van de echte ouders!
- Waarom wordt niet bij wet vastgelegd dat 'netwerkopvang' altijd de prioriteit geniet? Juist gezien het feit dat de het huidige BJZ grootouders als inferieur schijnt te zien ten opzichte van 'neutraal pleeggezin'…dit gebeurt vaak zonder enig onderzoek. Ik attendeer u op het boek
'Jeugdzorg ammehoela' van  P. Schoorstra: zijn kleinkind moest per sé naar een alleenwonende man, omdat die 'anders alleen zat'.. Dhr. Schoorstra zou te oud zijn…. Die alleen wonende man was echter ouder….en had een kind van 10-17 nodig om zijn alleen zijn te doorbreken!
Over de overige hoofdstukken heb ik weliswaar een mening, maar gezien het feit dat ik hier te weinig kennis van zaken over heb, houd ik deze voor me.
Resumerend:
?
- Alle manco's met betrekking tot 'deskundigheid', 'waarheidsvinding' en opleidingscriteria van jeugdzorg en raadsmedewerkers zijn overgenomen uit de vorige wetgeving.
- Een verplichting aan de jeugdzorgindustrie om juist gezinnen in stand te houden en ouders juist hierin op de eerste plaats te ondersteunen, ontbreekt nog steeds.
- Goed is het dat een klachtrecht is opgenomen, wat weer ontbreekt is de echte onafhankelijkheid en het ontbreken van ouder-invloed in het beleid.
- De zorgaanbieders blijken / lijken te overheersen: wederom wordt de mogelijkheid open gelaten om gemeenten te laten onderhandelen met jeugdzorg-aanbieders… in die onderhandelingen zal ongetwijfeld opgenomen worden HOEVEEL kinderen naar de instellingen moeten om 'prestatiedoelen' te bereiken dan wel 'productie-afspraken'. Zorgelijke zaak!
Gaarne wil ik mij nader toelichten,
U succes wensend met deze nieuwe wet,
Drs. N.J.M.Mul, arts (ouder-ondersteuiner in Jz-Kb zaken)
Tel.: 0857-851342 / 06-33109214
Fax: 0847192769
E-post: N.J.M.Mul@gmail.com
-------------------------------   EINDE  reactie    ----------------------------------
U ziet het: 'gemeenten gaan in overleg met de jeugdzorgaanbieders' om de te leveren jeugdzorg in te kopen. Dit gebeurt vooraf en OUDERS wordt geheel NIET GEVRAAGD of die dat wel willen…., maar plaatsjes voor uw kinderen in jeugdzorg-instellingen zijn alvast door uw gemeente ingekocht…. Nu nog de kinderen er bij zoeken….
Deze wet lijkt mij geheel toegeschreven naar het huidige BJZ, om dan als 'gecertificeerde instelling' door te kunnen gaan.
VERTROUWEN
Wie heeft in de regel het vertrouwen van de mensen? De, in de jeugdwet geheel uitgesloten, huisarts!
Betere hulp?
Waarom zou de hulp dan niet via de huisarts kunnen in 3 stappen:
1.  Bij eenvoudige problematiek verwijzen naar vrijwilligersorganisaties als 'Home Start' en dergelijke, desnoods via het maatschappelijk werk.  (M.w. heeft in de regel een goed contact met huisartsen!)
2.  Bij kind-eigen problematiek; de huisarts verwijst naar echte deskundigen als kinderpsychiater / kinderpsycholoog (dit wordt VERBODEN in de nieuwe 'jeugdwet' dat zou de 'gecertificeerde instelling' moeten bepalen zonder deskundig onderzoek, in Amsterdam zou een verwijzing pas mogen na 5 gesprekken met de Ouder-Kind adviseur)
3. De kinderpsychiater/ kinderpsycholoog stelt direct de juiste behandeling voor en begeleid deze!
VOORDEEL
BJZ is geheel overbodig, GEZINNEN BLIJVEN IN STAND en als bijkomend voordeel: het bespaart de slopende juridische procedures!
Wordt vervolgd!
Nico Mul













 
0 comments:
Post a Comment