JzDh+ propageert al langere tijd dat men de ingang van de zorg bij de huisarts dient te leggen. Recent verschenen daar enige artikelen over op deze blog, zoals dit uitgebreide stuk 'Artsen slaan ALARM' en 'Echte zorg voor de jeugd'. Een goed voorbeeld is medisch centrum Eudokia te Enschede, waar jeugdhulp is van hoog niveau, zonder BJZ en zonder risico om je kind kwijt te raken aan uithuisplaatsing en allerlei jeugdzorg-interventies zonder resultaat. Ouders worden daar gerespecteerd! Meestal is er een goede vertrouwensrelatie tussen ouders en hun huisarts.  
De huisarts kent meestal het hele gezin en zal er ook alles aan doen om gezinnen juist bij elkaar te houden. Meer dan 40 jaar ervaring met 'jeugdzorg' heeft echter geleerd dat men allerlei manieren wil verzinnen om juist kinderen uit huis te plaatsen, tot meer dan 12.000 per jaar.  Nederland is daarin Europees recordhouder!
En ouders: waar zou u méér vertrouwen in hebben: in de 'regisseur' zijnde een ex- 'gezinsvoogd' of  'jeugdbeschermer' van BJZ, met twijfelachtige deskundigheid,  die namens de jeugdzorg van uw gemeente in uw gezin komt binnendringen om 'hulp te indiceren' en alles wat hij vindt gaat bespreken in teams waar u geen weet van heeft en u de be/veroordelen over uw opvoedingsstijl, dan we de huisarts met zijn medisch beroepsgeheim en met een vertrouwde reputatie + beëdiging?!
Onderstaand artikel geeft er blijk van dat JzDh+ niet alleen staat: specialisten ondersteunen onze visie!   
Mr. van Rijn, jeugdzorg schreeuwt om competente poortwacht
De jeugdzorg mist een poortwacht, een ‘huisartspost’ voor het sociaal-psychische domein. Dat zou dé plek moeten zijn waar gezinnen met noden heengaan, om deskundig geholpen te worden. Waar ze adviezen krijgen die vertrouwen wekken, ook als ze zelf aan de slag moeten gaan of afwachten.
Een dergelijk poortwacht ‘post’ is er thans niet. In plaats daarvan is er een diversiteit aan poortwachters, die maar al te vaak willekeurig lijken te beslissen. Met als resultaat te veel zorg voor de één en te weinig voor de ander.
Poortwacht of poortwachters?
In het somatische domein is de situatie helder, de huisarts is de poortwachter. De jeugdzorg is helemaal anders, daar kan niet één poortwachter worden aangeduid. De noden van gezinnen die een beroep op jeugdzorg doen zijn té divers. Ze kunnen liggen op maatschappelijk, pedagogisch, psychologisch en medisch vlak. Voor elk gezin is de mix anders; de ene keer zal meer nadruk liggen op het maatschappelijke, de andere keer op het medische …. Expertise op verschillende terreinen is dus vereist en daardoor meerdere 'wachters' aan dezelfde poort, met elk een eigen rol, die hun kennis en ervaring complementair aanbieden.  
Huisarts
Huisartsen vormen de spil van de eerstelijnszorg, schrijft het VNG. De huisarts is hierbij het eerste aanspreekpunt voor vragen omtrent gezondheid en ziekte. Ook voor ouders en jongeren met problemen is hij aldus hét vertrouwde baken waar zij eerst zullen aankloppen. Zonder ineens het stigma te krijgen 'dat je psychisch niet goed bent', of sociaal niet capabel, of als opvoeder mislukt. Om in de jeugdzorg ook een poortwachter te zijn, moet de huisarts kunnen terugvallen op anderen, zodat een integraal aanbod op alle eerder vermelde domeinen mogelijk is. Ervaringen met bijvoorbeeld de Praktijkondersteuner Huisarts voor de GGZ zijn veelbelovend. Die hebben aangetoond dat hierdoor meer in de eerste lijn kan worden gedaan, zodat specialistische zorg doelmatiger wordt ingezet.  
Kennis- competenties aan de poort
Om goede jeugdzorg te leveren, moeten de poortwachters over ruime kennis beschikken. Men moet goed weten welke zorg waar te vinden is, en wanneer men en hoe men er heen moet. Om dat te kunnen moet men expert zijn op vlak van normale en abnormale ontwikkeling van kinderen, signalen en indicatie voor diagnostiek, preventie en vroeginterventie, …. De poortwachters moeten een beetje specialist zijn op het domein van elke specialist, de maatschappelijk werker, de pedagoog, de (neuro)psycholoog, de psychotherapeut, de kinderpsychiater, de kinderarts, de volwassenenpsychiater, … En zo kan ik nog een eindje doorgaan. Hoe meer men weet en kan, hoe meer men aan de poort kan afhandelen. 
Om gezinnen goed te helpen, is kennis alleen echter onvoldoende. Daarom wordt in de geneeskunde sinds meerdere jaren het CanMEDS model gehanteerd. Goede patiëntenzorg vereist naast kennis immers; bedrevenheid in handelen (medisch en maatschappelijk), communicatie, samenwerking, organisatie en professionaliteit. In het veld van de jeugdzorg, waar men moet kunnen omgaan met ontredderde gezinnen, is dat niet anders.  
Opleiding poortwachters
Een goed opgeleide huisarts wordt onder meer getraind in de kerntaak van het inschatten van behandelnood en –urgentie. Bij een eerste contact is het accuraat onderscheid maken tussen lichte- versus ernstige klachten essentieel. De eerste groep willen we niet overbehandelen, de tweede willen we snel naar de juiste plek loodsen. Die competentie heeft de huisarts niet zomaar, die doet hij op tijdens een jarenlange opleiding. Door learning by doing tijdens stage, met begeleiding en supervisie. Daarin leert hij kennis te vertalen naar goede zorg voor de individuele patiënt.
In het psychosociale domein is triage en selectie bij uitstek complex. Problemen van kinderen moeten immers geduid worden in de context van het gezin en het perspectief van de ouders. Gedrag van een kind staat daarbij onder sterke invloed van de omgeving, terwijl ongewenst gedrag ook nog eens onderdeel kan zijn van de gewone ontwikkeling. Risico’s en toekomstige ernstige problemen bij een kind accuraat herkennen, zeker in een vroeg stadium, is aldus verre van eenvoudig. Dat moet gebeuren door een competent iemand.
Een stevige poort
De huisarts is in Nederland duidelijk gepositioneerd als poortwachter in de eerste lijn. Dat heeft grote voordelen. In de Verenigde Staten zien we de gevolgen van het ontbreken ervan, namelijk veel meer ziekenhuis (her)opnames dan waar ook. Een stevige eerste lijn verlaagt de kosten, ondermeer doordat minder ambulante hulp nodig is. Er kan dus worden aangenomen dat het Nederlandse huisartsensysteem zorgt voor efficiëntie.
In de jeugdzorg wil men deze rol laten vervullen door 'een regisseur', las ik vandaag in de Volkskrant. Zonder ervoor te zijn opgeleid, wordt verwacht dat zo’n regisseur de rol van ‘huisarts voor de jeugdzorg’ op zich neemt. Terecht hebben ook ouders hierover hun zorgen geuit, in een brandbrief van maar liefst 18 organisaties aan het beleid. 
De poort ontwerpen en aankleden
Het succes van de ‘poortwacht’ zal bepalend zijn voor de toekomst van de jeugdzorg. Daarvoor is een duidelijke visie nodig, die vertaald en vervolgens gerealiseerd moet worden in een meerjarig opleidingstraject. Daar moet in geïnvesteerd worden om het tot een succes te maken.
Basis GGZ rondom de huisarts
Vanuit de GGZ is hier recent een oplossingsrichting voor aangereikt. In het bestuurlijk akkoord voor de GGZ wordt voorgesteld om een generalistische basis GGZ rondom de huisarts te vormen. Het lijkt niet meer dan evident dat de huisarts, als ‘spil’ en ‘aanspreekpunt’ in de eerstelijnszorg bij volwassenen, die rol ook voor kinderen op zich neemt.
Als we dat voor elkaar krijgen, dan pas zullen we erin slagen minder pillen voor te schrijven. Dan zal regie tot betere zorg en uiteindelijk ook doelmatigheid leiden.  
» Teken de petitie ‘Zorg om de jeugd ggz’
JzDh+ geeft de volledige morele steun aan dit initiatief!
Update 15-5-2013:
Deze column verscheen ook hier. Zie vooral de reacties!
Update 15-5-2013:
Deze column verscheen ook hier. Zie vooral de reacties!
Drs. N.J.M. Mul, arts 







 
0 comments:
Post a Comment